Zondag 15 september: Een gemiste kans
Tijdens de campagne voor de burgemeestersverkiezingen van 1949 is segregatie op de woningmarkt in Detroit het belangrijkste thema. De Democratische kandidaat is de links-liberale George Edwards. Het oud-lid van de UAW geniet brede steun binnen de zwarte gemeenschap en is voorstander van sociale woningbouw in de witte wijken. Zijn tegenstander is de conservatieve Albert E. Cobo (zie de bovenstaande foto), die op de steun van het bedrijfsleven en rijke witten uit de regio kan rekenen. Cobo wil de zwarte ‘slums’ slopen, de private sector de vrije hand geven en de kosten voor de lokale overheid tot een minimum beperken.
Op slinkse wijze weet Cobo – die het voortdurend heeft over de ‘people who pay taxes’ – op de angsten van witte huizenbezitters in te spelen. Zijn campagne wordt door de onafhankelijke zwarte weekkrant Michigan Chronicle omschreven als ‘…one of the most vicious campaigns of race baiting and playing upon the prejudice of alle segments of the Detroit population.’ Dankzij de steun van witte huizenbezitters wint Cobo de verkiezingen uiteindelijk met overmacht.
Een van de eerste beslissingen die de nieuwe burgemeester neemt is het stopzetten van alle projecten voor sociale woningbouw. Cobo weigert bovendien geld van de federale overheid te accepteren dat bestemd is voor ‘public housing’. Om het woon-werkverkeer voor zijn achterban te vergemakkelijken breidt hij wel het lokale snelwegennetwerk fors uit. Onder het mom van ‘urban renewal’ moeten duizenden zwarte Detroiters vervolgens wijken voor de aanleg van nieuwe wegen. Het centrum van het zwarte nachtleven in Detroit, Hastings Street, wordt met de grond gelijk gemaakt om ruimte te maken voor de Chrysler Freeway.
Gemeenschappen worden uit elkaar getrokken en het zwarte culturele hart van de stad wordt van de kaart geveegd. Wat overblijft is volgens Thomas Sugrue, schrijver van het standaardwerk ‘The Origins of the Urban Crisis: Race and Inequality in Postwar Detroit’, een ‘…no man’s land of detoriation and abandoment.’ En, merkt een andere schrijver op: ‘It seemed as though a crime had been commited.’
Na twee keer te zijn herkozen tot burgemeester van de Motor City sterft Albert Cobo in 1957 op 63-jarige leeftijd aan een hartaanval. Drie jaar later wordt er een nieuw congrescentrum naar hem vernoemd: Cobo Hall. ‘An exactly right memorial,’ aldus de Detroit Free Press over de beslissing van het stadsbestuur het complex te vernoemen naar de controversiële politicus.
Cobo Hall is vanaf de jaren zestig de thuishaven van de North American International Auto Show, een belangrijke jaarlijkse autobeurs. En in juni 1963 is het de plek waar Martin Luther King zijn ‘I Have a Dream’-speech voor het eerst uitspreekt. De sporthal die deel uitmaakt van het complex, Cobo Arena, komt in 1994 in het nieuws als kunstschaatster Nancy Kerrigan er tijdens de voorbereidingen op de Olympische Winterspelen met een metalen stok op haar knie wordt geslagen door een man die is ingeschakeld door haar concurrente Tonya Harding.
Eind augustus werd bekendgemaakt dat Cobo Center (de naam van het congrescentrum sinds 2010) een nieuwe naam krijgt. Een beslissing waarvan vooral zwarte Detroiters vinden dat deze wel eerder genomen had mogen worden. De prominente verwijzing naar de burgemeester die tijdens de jaren vijftig van de vorige eeuw een beleid voerde dat dramatisch uitpakte voor de zwarte gemeenschap in de stad vormde immers al jaren een steen des aanstoots.
Het complex aan de oevers van de rivier de Detroit heet vanaf nu TCF Center. Met meer dan 500 filialen verspreid over negen staten hoort TCF tot de dertig grootste banken in de VS. Het hoofdkantoor van TCF zal in 2021 vanuit een voorstad verhuizen naar downtown Detroit. ‘Today, the convention center turns a page,’ verklaarde burgemeester Mike Duggan tijdens de persconferentie waar de nieuwe naam van Cobo Center werd onthuld. ‘From now on, this center will bear the name of an institution committed to rebuilding the city in a way that includes everybody.’ TCF heeft het recht op de naamgeving van het congrescentrum de komende 22 jaar afgekocht voor in totaal 33 miljoen dollar.
Mooi natuurlijk dat de naam van Albert Cobo niet meer op een van de belangrijkste gebouwen in Detroit prijkt. Maar TCF Center? Dat is toch wat karig. Het stadsbestuur (samen met de staat Michigan en de counties Wayne, Macomb en Oakland eigenaar van het complex) en TCF hebben hier de plank naar mijn mening faliekant misgeslagen. Waarom is er niet gekozen voor een naam waarmee ook een geliefde Detroiter kan worden geëerd? Grace Lee Boggs is dan de eerste persoon die in mij opkomt.
Grace Chin Lee wordt in 1915 geboren in Providence, Rhode Island. De dochter van Chinese immigranten vertrekt na haar studie filosofie aan Barnard College en Bryn Mawr, twee universiteiten aan de Amerikaanse oostkust, naar Chicago waar ze zich sterkt maakt voor de belangen van huurders. In de jaren veertig is ze nauw betrokken bij de arbeidersbeweging en trekt ze zich het lot aan van gemarginaliseerde groepen als vrouwen en minderheden. Lee trouwt in 1953 met de zwarte activist James Boggs. Ze neemt de achternaam van haar man aan en verhuist met hem mee naar Detroit.
In Detroit ontwikkelt Grace Lee Boggs zich tot een belangrijke gemeenschapsactivist. Het echtpaar Boggs gelooft dat het noodzakelijk is initiatieven op lokaal niveau te ontplooien om maatschappelijke vooruitgang te bewerkstelligen. Samen starten ze in 1992 Detroit Summer, een programma dat zich richt op jonge Detroiters en activiteiten organiseert als vervallen huizen in originele staat herstellen, muurschilderingen maken en het aanleggen van stadstuinen. Na de dood van James in 1993 fungeert het huis van Grace Lee in het oosten van Detroit als hoofdkantoor voor de Boggs Center to Nurture Community Leadership. ‘You cannot change any society unless you take responsibility for it, unless you see yourself as belonging to it and responsible for changing it,’ aldus Boggs.
Grace Lee Boggs schrijft tot 2005 een column in de Michigan Citizen, een zwarte krant die wekelijks verschijnt. En als ze al 95 is komt in 2011 haar vijfde boek nog uit: ‘The Next American Revolution: Sustainable Activism for the Twenty-First Century’. Twee jaar later wordt er een wonderschone documentaire – ‘American Revolutionary: The evolution of Grace Lee Boggs’ – gemaakt over het leven van Boggs (zie de trailer hierboven). ‘I feel so sorry for people who are not living in Detroit,’ zegt ze in het begin van de trailer. Op 5 oktober 2015, enkele maanden na het vieren van haar 100e verjaardag, sterft Grace Lee Boggs. Als eerbetoon aan haar onaflatende inzet voor Detroit zou het passend zijn als het stadsbestuur samen met TCF ervoor kiest de naam van Cobo Center alsnog te veranderen in TCF Boggs Center.
Meer lezen?